Organisatie van het onderwijs
Binnen onze school werken we met zogenaamde 'units', te weten unit 1, 2, 3 en 4. Per unit clusteren we kinderen met gelijksoortige ontwikkelingskenmerken en onderwijsbehoeften. Elke leerling wordt in de unit geplaatst die het beste past bij zijn/haar leeftijd, taalvaardigheden, manier van denken, doen, leren, omgaan met anderen enz. De stamgroep is de plek waar de leerling het grootste deel van de dag doorbrengt. In deze groep worden na 11.35 uur de vakken taal, wereldoriëntatie, schrijven, verkeer, sociaal-emotionele vorming en bewegingsonderwijs onderwezen. We bieden een aantal van deze onderdelen aan via de methodieken van Speelplezier en Naut, Meander & Brandaan. In de ochtenduren gaan de kinderen voor rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling naar een instructiegroep. Voor het ontwikkelen van deze vaardigheden is gekozen voor groepsdoorbrekende instructiegroepen. We plaatsen kinderen bij elkaar met overeenkomstige onderwijsbehoeften. Daarbij functioneren ze op een bijna gelijk instructieniveau bij een bepaald vakgebied. Het vakgebied taal algemeen wordt in de eigen stamgroep gegeven. Bij taal staat vooral het communiceren centraal. Elk jaar kijken we kritisch naar de leeropbrengsten. N.a.v. analyse van o.a. deze opbrengsten beslissen we de lestijd per vakgebied. Het kind heeft vrijwel altijd te maken met meerdere leerkrachten. De stamgroepleerkracht wordt door de instructiegroepleerkrachten op de hoogte gehouden over het functioneren van het kind. De leerkracht is de spil in de zorg voor zijn stamgroepleerlingen.